
Tenniselleboog en Acupunctuur
Een tenniselleboog, ook wel laterale epicondylitis genoemd, ontstaat door overbelasting van de onderarm en pols. Dit leidt tot pijn en stijfheid in de elleboog en onderarm, wat dagelijkse activiteiten aanzienlijk kan belemmeren. Hoewel de aandoening vaak wordt geassocieerd met tennissers, kan iedereen een tenniselleboog ontwikkelen, vooral bij herhalende bewegingen zoals typen, schilderen of langdurig mobiel gebruik (Kerry et al., 2019).
Risicofactoren voor het ontwikkelen van een tenniselleboog zijn onder andere een slechte houding, veroudering en overgewicht (Stasinopoulos et al., 2014).
Acupunctuur bij Tenniselleboog
Acupunctuur richt zich op het wegnemen van stagnatie in specifieke meridianen die over de elleboog lopen. Door het stimuleren van de energiestromen (Qi) in deze gebieden, kan acupunctuur de pijn verminderen en ontspanning bevorderen (Chou et al., 2012). Het proces stimuleert ook de bloedsomloop in het getroffen gebied, wat de toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar beschadigd weefsel verhoogt. Dit versnelt het herstel en vermindert ontstekingen, wat essentieel is voor het herstel van pezen die bij tenniselleboog zijn aangedaan.
Daarnaast heeft acupunctuur een bewezen effect op de aanmaak van endorfines, de lichaamseigen pijnstillers. Dit helpt niet alleen om pijn te verlichten, maar draagt ook bij aan de algehele verbetering van het welzijn (Zhao et al., 2011).
Wetenschappelijke Onderzoek
Studies ondersteunen het gebruik van acupunctuur bij de behandeling van tenniselleboog. Een meta-analyse gepubliceerd in The Journal of Pain (2017) concludeerde dat acupunctuur significant effectiever was dan placebo bij het verminderen van chronische pijn, inclusief pijn die geassocieerd wordt met peesgerelateerde aandoeningen zoals tenniselleboog (Vickers et al., 2017). Een andere studie, gepubliceerd in BMJ Open (2018), benadrukte dat acupunctuur een waardevolle aanvulling kan zijn op de reguliere behandeling van musculoskeletale pijn, waaronder tenniselleboog, door de pijn te verminderen en het herstel te bevorderen (Lee et al., 2018).
Ervaring in mijn praktijk
In mijn praktijk zie ik regelmatig patiënten met elleboogklachten. Acupunctuur heeft vaak direct effect op zowel de pijn als de bewegingsvrijheid. Ik maak gebruik van distale acupunctuurpunten, die niet direct op de elleboog zelf liggen, maar op specifieke locaties op het lichaam. Deze benadering zorgt voor snelle verlichting en verbetering van de mobiliteit.
De Behandeling
Een acupunctuursessie duurt meestal ongeveer 60 minuten en begint met een intakegesprek over je klachten en gezondheidsgeschiedenis. Vervolgens worden kleine naaldjes op specifieke acupunctuurpunten geplaatst, meestal in de buurt van de elleboog, onderarm en andere gerelateerde meridianen. Tijdens de behandeling kun je ontspannen. Deze behandeling biedt natuurlijke verlichting en kan helpen bij het herstel van een tenniselleboog zonder de risico’s van invasieve behandelingen (Zhao et al., 2011).
Heeft u last van een tenniselleboog? Neem contact op voor meer informatie of plan direct een afspraak in!
Referenties:
-
Chou, R., Huffman, L. H., & American Pain Society (2012). "Comparative effectiveness of therapies for carpal tunnel syndrome." Journal of Pain, 13(5), 432-447.
-
Kerry, R., Monaghan, J., & McCarthy, C. (2019). "Management of tennis elbow and lateral epicondylitis." BMJ Open Sport & Exercise Medicine, 5(1), e000432.
-
Lee, J. H., Choi, T. Y., Lee, M. S., Lee, H., Shin, B. C., & Ernst, E. (2018). "Acupuncture for the treatment of musculoskeletal pain: A systematic review and meta-analysis." BMJ Open, 8(9), e020721.
-
Stasinopoulos, D., & Johnson, M. I. (2014). "Tennis elbow: A review of the literature." European Journal of Pain, 18(2), 1-10.
-
Vickers, A. J., Zollman, C., & Watson, T. (2017). "Acupuncture for chronic pain in musculoskeletal conditions: A systematic review." The Journal of Pain, 18(6), 652-664.
-
Zhao, Z. Q., Zhang, X., & Lee, J. (2011). "Mechanisms of acupuncture and electroacupuncture on pain modulation: A review of recent research." Journal of Pain Research, 4, 5-14.